Nederlands
de Volkskrant 8 januari 2018
Geweld en seksueel
misbruik:
Boeddhisten zijn niet zo zen
als we denken in het Westen
Nee, boeddhisten zijn geen nobele wijzen
Olaf Tempelman
De Rohingya worden
verjaagd uit Myanmar, een populaire geestelijke blijkt een seksueel
roofdier: zo zen als westerlingen denken zijn boeddhisten niet. En
mediteren doen ze ook al nauwelijks.

Stel dat het in Myanmar
andersom was geweest: dat boeddhisten slachtoffer waren geworden van
moslims. Dan was menig boeddhabeeld in een vinexwijk recentelijk niet
stilletjes naar een minder prominent plekje verhuisd. Bezitters van
boeddhabeelden hadden komende vrijdag zonder knagend gevoel dat 'er iets
niet klopt' aan de Maand van de Spiritualiteit kunnen beginnen. Geert
Wilders had de zoveelste schanddaad van de islamitische ideologie
veroordeeld.
Helaas: in Myanmar zien we geweld van de in het Westen meest geïdealiseerde
religie - beoefenaars spreken vaak liever van 'levenshouding' of
'geesteswetenschap' - tégen de meest gedemoniseerde. Meer dan
zeshonderdduizend leden van een islamitische minderheidsbevolking werden
tot nog toe door leden van een boeddhistische meerderheidsbevolking
verdreven. Het dodental is de tienduizend ruim gepasseerd. Honderden dorpen
zijn in brand gestoken.
Noem dat een bron van fors
ongemak in westerse landen. Daar heb je volop mensen die de laatste kwart
eeuw 'iets' of 'veel' met het boeddhisme kregen. In Nederland noemen
tienduizenden mensen zich tegenwoordig boeddhist, bij honderdduizenden
anderen is er sprake van affiniteit. In bijna elke Nederlandse straat zie
je boeddhabeelden. De Boeddha siert ook maandelijks de covers van Happinez
en andersoortige 'mindstyle'-glossies.
Boeddhistisch geweld wordt niet slechter
gedocumenteerd dan ander geweld. Het boeddhistische koninkrijkje Bhutan
schopte het met zijn term Bruto Nationaal Geluk tot internationaal
'knuffelland' - tegelijk verdreef het Nepalese hindoes, op nagenoeg
dezelfde schaal als Myanmar nu Bengalese moslims verdrijft. Het hoofdstuk
over geweld in het boeddhisme is een der langste uit De oude Boeddha in een
nieuwe wereld van Paul van der Velde, hoogleraar Aziatische religies. Toch
kon je tot het begin van de Rohingyacrisis veelvuldig horen dat boeddhisme
geweld net zo uitdooft als water vuur - een these die is gepopulariseerd
door de veelbewonderde Franse boeddhistische monnik Matthieu Ricard.
Kritiek op moslimsorganisaties
Moslimorganisaties krijgen
vaak het verwijt dat ze moslimgeweld onvoldoende veroordelen -
boeddhistische organisaties, en dat zijn er in Europa en de VS heel wat,
kregen dat verwijt in de Rohingyacrisis niet. Het aantal reacties hield
niet over. Cognitieve dissonantie speelde mensen parten, mag je aannemen:
boeddhisme maakt mensen geweldloos, maar in Myanmar zien we geweldloze
mensen geweld plegen.
's Werelds bekendste boeddhistische leider, de veertiende dalai lama, riep
collega-Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi in september op het geweld te
stoppen. Kort daarvoor had de dalai lama zich al moeten uitspreken over een
andersoortige ongemakkelijke waarheid. Al jaren circuleerden berichten over
seksueel misbruik van boeddhistische leraren in westerse landen. In het jaar
van #MeToo barstte de bom. De Maand van de Spiritualiteit 2018 wordt de
eerste waarin géén duizenden exemplaren zullen worden verkocht van Het
Tibetaanse boek van leven en sterven. Dit werk maakte van de Tibetaanse
geestelijke Sogyal Rinpoche (Sogyal 'de Kostbare') wereldwijd een
superster. De omvang van het tot nog toe bekende seksueel misbruik waaraan
hij zich schuldig maakte, doet nauwelijks onder voor dat van Harvey
Weinstein - en Weinstein onderwees niet dat lust illusoir is. 'Sogyal
Rinpoche, mijn goede vriend, heeft zichzelf te schande gemaakt', verklaarde
de dalai lama in juli.
Dit geval staat geenszins
op zichzelf. 'Wat we tot nog toe weten, is het topje van de ijsberg', zegt
jurist en journalist Rob Hogendoorn. Hij opereert in Maasland vanuit een
kamer met boeken tot aan het plafond en twee kleine boeddhabeeldjes. Maar
liefst 21 misbruikzaken worden door zijn website Open Boeddhisme
onderzocht. Hogendoorn noemt zich 'boeddhist tegen wil en dank' - 'de
essentie van boeddhisme is illusies doorprikken' - maar wordt door sommigen
in het Nederlandse boeddhistische wereldje vanwege zijn kritische
benadering veeleer gezien als 'anti-boeddhist'. Regelmatig krijgt hij van
boze mensen het predicaat 'Mara', de duivelse godheid die trachtte te
verhinderen dat Gautama Boeddha verlicht raakte.
Boosheid van mensen die getraind zijn in het laten verdampen van boosheid
heeft iets paradoxaals. 'Mensen worden ontzettend kwaad als je ze hun
illusies afneemt', zegt Hogendoorn. Hun boosheid is vaak extra groot omdat
hij, nu ja, meestal een kennisvoorsprong heeft. Als jurist bestudeerde hij
in de vroege jaren negentig in het noorden van India het Tibetaanse recht.
'Ik leerde de Tibetaanse boeddhistische gemeenschap in ballingschap kennen
zoals die echt is, ontmoette de dalai lama en andere geestelijken. Ik kwam
terug in het Westen en zag hoe mensen de meest vergaande idealen op die
Tibetanen projecteerden.'
Nobele wijzen zijn ook maar mensen
Bij optredens van lama's
zag je mensen massaal in katzwijm vallen. Sogyal Rinpoche verkocht
miljoenen boeken. De ene na de andere Hollywoodfilm schetste een beeld van
Tibet als een verloren paradijs. Jean-Jacques Rousseau kwam in de 18de eeuw
'nobele wilden' op het spoor, Hogendoorn zag hoe horden westerlingen in
Tibetanen 'nobele wijzen' herkenden. 'Maar als je niet weet wie je voor je
hebt, zit je eigenlijk gewoon tegen jezelf te kletsen. Mensen kunnen jaren
langs elkaar heen praten zonder elkaar door te hebben.'
Nobele wijzen zijn ook maar mensen, weet de boeddhist-tegen-wil-en-dank.
'Ze laten zich leiden door dezelfde drijfveren en belangen als
niet-boeddhisten.' Jazeker: 'Oók door aanzien, macht, geld en seks'.
Helaas: als mensen alom bewonderd worden duurt het lang voor bewonderaars
misstanden naar buiten durven brengen. In zaken van seksueel misbruik zag
Hogendoorn vaak cognitieve dissonantie bij slachtoffers en omstanders: ik
wil niet dat het zo is en dus is het niet zo. Ooit waren kerken
onaantastbaar, in de 21ste eeuw hebben westerse mensen nogal eens de
neiging boeddhistische meesters onaantastbaar te vinden.
Hoe meer je weet over de
reëel bestaande boeddhistische wereld in Oost-Azië, hoe minder verbaasd je
bent over minder fraais dat boeddhisten kunnen doen - dat is een wet die
zich bijna kan meten met die van de zwaartekracht. Op de gang van de
zeventiende verdieping van het Erasmusgebouw van de Nijmeegse universiteit
kondigen forse boeddhabeelden uit diverse Aziatische landen van meters
afstand de kamer aan van Paul van der Velde, hoogleraar hindoeïsme en
boeddhisme. Zo groot is Van der Veldes beeldenverzameling dat die al lang
niet meer in een, twee of drie kamers past.
Met die beelden beginnen vaak de disputen die Nederlands grootste kenner
van het boeddhisme heeft met Nederlandse 'belevers' van het boeddhisme.
Westerse mensen op het pad van de Boeddha zien die beeldencultus als een
verwording van waar het in het boeddhisme 'werkelijk om gaat'. In de
biotoop van Boeddha's leer is het geen verwording, maar de kern. Weinigen
die dáár mediteren; het draait om riten en beeldenverering. Ook heel
belangrijk: relieken. Van der Velde herinnert zich het ongemak van
Nederlandse boeddhisten toen die oog in oog stonden met de devotie van
Tibetanen bij een overgekomen reliek. Relieken associëren westerse mensen
met het katholicisme, niet met een wetenschap van de geest.
Komeetachtige opkomst van het boeddhisme
Extra ongemakkelijke
kennis die Van der Velde verspreidt: om relieken van de Boeddha zijn door
de eeuwen heen flink wat oorlogen gevoerd - de zoektocht naar relieken was
vaak de legitimatie voor strijd. 'De leringen van de Boeddha waren
historisch gezien nooit aanleiding om géén geweld te gebruiken. Zodra
mensen volledig voor één waarheid kiezen, gaat de tolerantie eruit en
sluipt geweld erin, dat is overal hetzelfde.'
Van der Velde traceert de oorsprong van het geïdealiseerde beeld van het
boeddhisme in de 19de-eeuwse westerse theosofie. Theosofen zagen Tibetanen
altijd glimlachen en hun ogen glanzen van wijsheid. Deze onthechte oosterse
mens contrasteerde aangenaam met de gejaagde westerse mens. We vinden er
sporen van terug in het werk van Couperus, Van Eeden en Henriëtte Roland
Holst. Een kleine halve eeuw geleden was dezelfde theosofische romantiek in
trek bij toen jonge babyboomers, op zoek naar alternatieven voor hun gejaagde,
bekrompen en materialistische samenleving.
Van een specifieke
belangstelling voor het boeddhisme was destijds evenwel geen sprake, dat is
iets veel recenters. Tot een jaar of 25 geleden werd er vooral een beroep
op hem gedaan vanwege zijn expertise inzake hindoeïsme, vertelt Paul van
der Velde. Vanaf het midden van
de jaren negentig 'nam het boeddhisme alles over'. Tegenwoordig wordt deze
hoogleraar bedolven onder uitnodigingen van clubs en genootschappen die er
zomaar van uitgaan dat hij zélf boeddhist is en vaak teleurgesteld zijn als
ze horen dat hij er 'alleen maar veel van afweet'. Noem dat iets typisch
dat Nederlandse islamologen nooit overkomt.
Je kunt de komeetachtige opkomst van het boeddhisme in de westerse wereld
verbinden met de stijging van de ster van de dalai lama na diens bekroning
met de Nobelprijs, met Seven Years in Tibet en andere Hollywoodkrakers, met
de golf aan beroemdheden die 'iets' met het boeddhisme kregen, van Brad
Pitt tot Tiger Woods, van Richard Gere tot Tina Turner. Maar we doen het
fenomeen tekort door het als romantisch of oriëntalistisch af te doen, of
als Hollywoodspiritualiteit.
Dat toepassingen van het boeddhisme heilzaam
kunnen zijn bij diverse vormen van psychisch lijden, is inmiddels
veelvuldig aangetoond. Moleculair bioloog Jon Kabat-Zinn, grondlegger van
de mindfulness, was een van de pioniers op het vlak van de stressreductie
en baseerde zich grotendeels op het werk van de Vietnamese zenmonnik Thich
Nhat Hanh. In Nederland verrichtte Ria Kloppenborg, tot haar overlijden in
2003 hoogleraar Aziatische religies in Utrecht, intensief onderzoek naar
boeddhisme en psychotherapie, en zag dat veel psychologische inzichten uit
het boeddhisme direct bruikbaar zijn.
Het knappe van boeddhistische leraren en monniken die naar het Westen
kwamen, zegt Paul van der Velde, was dat ze zagen waar behoefte aan was. Ze legden de vinger op de goede plek:
waar lijdt zo'n moderne westerse samenleving aan? 'Die monniken kúnnen
iets, dat is duidelijk.' Van der Velde verbindt het onder meer met de
Tibetaanse handelsgeest. 'Handelaars stellen zich de vraag: waar is
een markt voor? In het verlengde daarvan ligt de vraag: wat hebben wij die
westerse mensen te bieden?' Waar grote behoefte aan bleek: aan meditatie-
en contemplatietechnieken, aan hulp bij omgang met stress en overprikkeling
die uit het moderne leven voortvloeien.
Noem het een heuglijk feit
dat een toenemend aantal westerse mensen bij toepassingen van het
boeddhisme baat heeft. Het is evenzeer een feit dat de contemplatieve
traditie waaruit die toepassingen voortkomen binnen het boeddhisme even
marginaal was als de contemplatieve traditie binnen het christendom. Zo is
het grote misverstand ontstaan dat er in boeddhistische landen wordt gemediteerd
- door onthechte mensen die nooit oorlogen voeren.
In werkelijkheid is 'meditatieboeddhisme' bij uitstek westers. Paul van der
Velde herinnert zich een typisch voorval toen hij Nederlanders rondleidde
in Bhutan. Een psycholoog uit die groep wilde van deze Nederlandse
hoogleraar niet aannemen dat de monniken niet mediteren. Op een gegeven moment vertelde de lokale gids:
'We hebben projecten voor verslaafde jongeren. We behandelen die met
meditatie. Daarvoor laten we speciaal meditatieleraren uit Europa
overkomen.'
Rob Hogendoorn van Open Boeddhisme bestudeert
al jaren het grensgebied tussen boeddhisme en wetenschap. In Nederland
interviewde hij de bekende Amerikaanse meditatieleraar Alan Wallace, die
langdurig in Tibetaanse kloosters verbleef, voor een publiek dat goeddeels
bestond uit 'boeddhafielen'. Die begonnen te steigeren toen
Hogendoorn stelde dat maar een kleine minderheid van de boeddhistische
monniken mediteert. Maar Wallace bevestigde het: 'Niet meer dan 5 procent,
maar waarschijnlijk niet meer dan 1 à 2 procent.' Vanuit de zaal kwam de
vraag: 'Wat doen ze dan als ze niet mediteren?' Nou ja, het huishouden,
werken op het land, er is altijd genoeg te doen.
Misverstanden zijn één
ding - problematischer wordt het als mensen idealen op boeddhisten gaan
projecteren of zich overgeven aan adoratie. Paul van der Velde mag het fenomeen regelmatig aan den lijve
ondervinden. Voordat hij boeddhafiele mensen vertelt dat hij zelf
geen boeddhist is, behandelen ze hem vaak als een halve heilige. Een teleurgestelde
vrouw riep een keer: 'Wat jammer dat u het boeddhisme niet zo kunt
uitdragen als Matthieu Ricard!'
Romantiseren
Matthieu Ricard: Frans
boeddhistisch monnik, bestsellerauteur, door Amerikaanse
neurowetenschappers die uitzonderlijk veel gammagolven in zijn brein
waarnamen uitgeroepen tot 'gelukkigste man ter wereld'. Ricard werd al veel
bewonderd voor hij dat predicaat kreeg, maar heeft sindsdien weinig minder
dan een godenstatus. In Franse talkshows wordt hem geen kritische vraag
meer gesteld. Over de vergaande adoratie die Ricard ten deel valt in zijn
klooster in Nepal schreef de Nederlandse kunsthistorica Mariëlle Hageman
het ontnuchterende boek Overal boeddha's en hoe ik geen verlichting
bereikte.
Matthieu Ricard is een Europeaan. Rob Hogendoorn weet dat adoratie nog
verder kan gaan 'als de nobele wijze uit Azië zelf komt'. 'Omgekeerd
racisme', noemt hij dat. Zulke verering viel bijvoorbeeld de in opspraak
geraakte Sogyal Rinpoche ten deel. Die gold als onaantastbaar. Op plekken
waar hij wordt verafgood, wordt ook weggekeken. Hogendoorn vermoedt dat het
seksueel misbruik van Sogyal jaren eerder naar buiten was gekomen als hij
geen iconische status als Tibetaan had genoten.
Ooit had je fellow
travellers die naar Cuba reisden, zich in een socialistisch paradijs
waanden en geen kwaad woord wilden horen over Fidel Castro. Er zijn
overeenkomsten met contemporaine westerse reizigers die in boeddhistische
landen spirituele paradijzen ontwaren. Wie het Tijgersnest-klooster in
Bhutan bezoekt, ziet dezelfde extase bij toeristen als in Santa Clara op
Cuba bij het mausoleum van Che Guevara.
Nog verder dan het
idealiseren van bijvoorbeeld Bhutan gaat die van 'het verloren paradijs'
Tibet. Paul van der Velde weet dat er geen enkele geschiedenis zo wordt geromantiseerd
als de Tibetaanse, die van de Cubaanse revolutie wellicht uitgezonderd. Op
een beeldscherm toont hij foto's uit het Tibet van de vroege 20ste eeuw -
er was horigheid, er was repressie, er werden oorlogen gevoerd. Het was een ander Tibet dan dat
van Hollywood, dat van Seven Years in Tibet, Cry of the Snow Lion of Little
Buddha. In die laatste film, van Bernardo Bertolucci, trad Sogyal
Rinpoche op als acteur. Zijn carrière eindigde in 2017 op dezelfde wijze
als die van Kevin Spacey.
Boeddhist-tegen-wil-dank
Rob Hogendoorn zegt het zo: 'Boeddhisten hebben net zoveel baat bij
openheid en transparantie als niet-boeddhisten.'
© de Volkskrant
Source: Geweld en
seksueel misbruik: boeddhisten zijn niet zo zen als we denken in het Westen
– in https://www.volkskrant.nl/buitenland/geweld-en-seksueel-misbruik-boeddhisten-zijn-niet-zo-zen-als-we-denken-in-het-westen~a4554901/
|