ONLINE MAGAZIN

Kritische und Kreative Kultur Debatte

 

NEDERLANDS ARTIKEL | HOME | INHALT

 

 

HITLER – BOEDDHA – KRISHNA

 

EEN ONHEILIG VERBOND VANAF HET DERDE RIJK TOT OP HEDEN

 

Presentatie van het boek “Hitler – Boeddha – Krishna” (Victor & Victoria Trimondi)

 

De algemene interesse voor de geschiedenis van het nationaal-socialisme is in de laatste jaren enorm toegenomen. Daarbij werden in het onderzoek en de uitleg nieuwe accenten gelegd. Hitlers persoonlijk milieu en zijn verhouding tot vrouwen waren en zijn in de media thema’s die steeds de aandacht vragen. Het is ook opmerkelijk dat de interpretatie van het nationaal-socialisme als een “politieke religie” en als “cultusbeweging” steeds meer aandacht heeft gekregen. Minder bekend moge zijn dat er in de SS, in het bijzonder door de “SS-Ahnenerbe” (groep van SS-ideologen), openlijk over de inhoud en de vorm van een te stichten “nationaal-socialistische religie” werd gediscussieerd. De SS met Heinrich Himmler aan het hoofd zag zich volgens eigen zeggen als de “voorhoede van een Duitse godsdienstwetenschap”. Daarbij gingen alle vooraanstaande leden van deze “godsdienstwerkplaats” ervan uit dat het geloof van de raszuivere Arische mens reeds in de oertijd werd gepraktiseerd en dat het daarom opnieuw ontdekt en weer ingevoerd moest worden.

 

Aan de hand van talrijke bronnen uit archieven, uit secundaire literatuur en uit nazi-geschriften konden wij aantonen dat men bij deze herinvoering van een Arische oerreligie vooral ideeën, filosofieën, mythologieën, visioenen, dogma’s en sacrale praktijken uit de traditionele geloofsrichtingen van het Oosten heeft overgenomen. Er ontstond een milieu van fascistische cultuurwetenschappers die het boeddhisme, de Veda’s, de Poerana’s, de Oepanishaden, de Bhagavadgita, de yoga, ja zelfs het tantrisme tot geestelijke overblijfselen van een verdwenen mondiale Indo-Arische en antisemitische oerreligie verklaarden. Daarnaast ontleende men nog het een en ander aan de Tibetaanse cultuurkring, in het bijzonder ook aan de Japanse zen- en samuraitraditie. In het archaïsche culturele erfgoed van een despotisch en oorlogszuchtig oosten konden de nazi-ideologen richtlijnen en theorieën vinden voor:

 

De vergoddelijking van de “Führer”

Een racistische verdeling van de maatschappij in kasten

Het sacraliseren van de oorlog en de krijgsman

De absolute controle over het gevoel

De manipulatie van het bewustzijn

Het omgaan met symbolen en rituelen vanuit het oogpunt van machtspolitiek

De betekenis van archaïsche offerpraktijken

 

Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel richt de aandacht op de religieuze politieke activiteit in de “SS-Ahnenerbe”. Daar werd over datgene wat men aan de oosterse religies ontleende zowel academisch als esoterisch gesproken en geredetwist, want Heinrich Himmler, de chef van het genootschap, ondersteunde beide denkwijzen. Wij ontmoeten hier – heel verrassend – een discussie over:

 

Het vraagstuk van de incarnatie

De wet van het karma

De boeddhistische meditatiepraktijken

De ethiek van de samurai

De krijgsliedenmystiek in de Bhagavadgita

Hitler als goddelijke wereldheerser (chakravartin)

 

Het is gewoon sensationeel hoe intensief, veelvuldig, visionair, en volstrekt “vakkundig” zulke thema’s door de wereldbeschouwelijke Braintrust van Himmler werden behandeld. Dit deel van het boek onderzoekt ook de Nazi-Tibet connectie.

 

Het tweede deel behandelt de noodlottige nalatenschap van de “SS-Ahnenerbe” en verschaft inzichten in het religieuze neofascisme van de naoorlogse tijd tot op heden. Het gaat daarbij om een occulte, intussen reeds zeer invloedrijke subculturele stroming, waarin mythen, godsdienstige modellen, dogma’s, materialen voor fantasieën en sciencefiction, complottheorieën, visioenen, visualisaties, esoterische leringen en bijgeloof zo eng met de ideologieën en de geschiedenis van het nazisme worden versmolten dat ze een eenheid vormen. Daarbij komt het Indiase-Tibetaanse cultuurelement zo duidelijk naar voren dat men praktisch van een “Indiase leer met nationaal-socialistische inhouden” kan spreken. Hitler verschijnt hier als een avatar, als de incarnatie van de Indiase god Krishna, als de bodhisattva [heilige die het boeddhaschap opoffert om anderen op hun pad naar verlichting te helpen] en als chakravartin (sacrale wereldheerser). In de tweede deel wordt ook de interesse van fascistische kringen in het Tibetaanse ritueel van de Kalachakra Tantra beschreven en nader onderzocht.

 

Wie zijn de belangrijkste ideologen die in het boek worden voorgesteld?

 

Het boek “Hitler – Boeddha – Krishna”  houdt bij het beschrijven van het leven en de ideeën van belangrijke nazi-ideologen speciaal rekening met de Aziatische en in het bijzonder de boeddhistische invloed op hun denken en hun visionaire ontwerpen. De hoofdfiguren van de tijd vóór 1945 zijn:

 

  1. Heinrich Himmler, “Reichsführer-SS”, architect van de massamoord en bewonderaar van Aziatische filosofieën. Citaat van Himmler: “Ik bewonder de wijsheid van de Indiase godsdienststichters.” Himmler was aanhanger van de boeddhistische karma- en incarnatieleer.
  2. Walther Wüst, “SS-Standartenführer”, toezichthouder van de “SS-Ahnenerbe”, rector van de Universiteit te München en oriëntalist. Wüst moet als de eigenlijke motor van de godsdienstconstructie van de “SS-Ahnenerbe” beschouwd worden. Hij ging ervan uit dat de grondslagen voor een te construeren nazi-religie in de vedische en boeddhistische geschriften te vinden waren.
  3. De stichter van de “Duitse geloofsbeweging” en de latere SS-majoor Jakob Wilhelm Hauer. De Indoloog en Sanskritkenner werkte aan de typologie van een onoverwinnelijke krijgsman-yogi, die hij uit de Bhagavadgita en de boeddhistische geschriften afleidde.
  4. SS-brigadeleider Karl Maria Wiligut (“Himmlers Raspoetin”), occultist in de “SS-Ahnenerbe”. Hij beweerde dat hij in geestelijk contact stond met Tibetaanse Lamakloosters.
  5. De SS-Tibetkenners Ernst Schäfer en Bruno Beger zagen het lamaïsme als een schatkamer waarin Arische oerkennis lag opgeslagen. Het boek bespreekt ook de verhouding die Sven Hedin met het nazi-regime en Hitler had.
  6. De japanoloog, geo-politicus en president van de Duitse academie Karl Haushofer. Hij stelde het shintoïstische staatsfascisme als een navolgenswaardig voorbeeld voor het nationaal-socialisme voor.
  7. De Duitse leraren in het zenboeddhisme, Eugen Herrigel en Karlfried Dürckheim, probeerden het nationaal-socialisme met de zenfilosofie te verbinden.
  8. De fascistische cultuurfilosoof Julius Evola, wiens denken op de SS een veel grotere invloed had dan tot nu toe werd aangenomen. Het traditionalistische leerstelsel van Evola is op doorslaggevende wijze gebaseerd op leringen uit het boeddhisme en het tantrisme.
  9. De SS-graalsmysticus Otto Rahn en de neoboeddhistische kringen in Frankrijk waarin hij verkeerde. Onder hun invloed beweerde Rahn dat de “graal van de Katharen” een “uit het boeddhisme overgenomen [!] symbool van de geest” was geweest.
  10. De Franse oriëntalist, chef van de Franse geheime politie (S.S.S.) en SS-collaborateur Jean Marquès-Rivière. Hij geldt als een van de belangrijkste westerlingen die onderzoek hebben gedaan naar het Tibetaanse Kalachakra Tantra.

 

Het eerste deel van het boek onderzoekt ook de antiboeddhistische groeperingen in het derde rijk en in het hoofdstuk “Collaborateurs, meelopers of vervolgden?” de rol van boeddhisten in de nazi-tijd.

 

Evenzo wordt bij de hoofdpersonen van het religieuze neonazisme vooral de Indiase en Tibetaanse invloed op hun denken onderzocht. Dat zijn:

 

  1. “De priesteres van Hitler”, Savitri Devi, Deze vrouw, die naar eigen verkiezing Indiase is geworden, heeft na de oorlog een beslissende bijdrage geleverd aan het sacraliseren van Hitler en het nationaal-socialisme als een quasi Indiase sekte voorgesteld.
  2. De uitvinders van de “nazi-mysteriën” – de beide Franse occultisten Jacques Bergier en Louis Pauwels, alsook de Engelsman Trevor Ravenscroft. Alle drie auteurs hebben het nationaal-socialisme met de Indiase-Tibetaanse mythe van Shambala vervlochten.
  3. De ideologen van de “zwarte zon” – Wilhelm Landig en Rudolf J. Mund, beiden uit Wenen, alsook de auteur Jan van Hesling. Deze auteurs gaan ervan uit dat het Tibetaanse-Mongoolse lamaïsme en de esoterische leringen van het nationaal-socialisme een gemeenschappelijke bron in Atlantis moeten hebben.
  4. Miguel Serrano, Chileens diplomaat en stichter van het “esoterische Hitlerisme”. Serrano is een kenner van en ingewijde in de tantrische leringen. De grondslagen van zijn racistisch leersysteem zijn van Indiase-Tibetaanse oorsprong.

 

Wat betekent de titel van het boek “Hitler – Boeddha – Krishna”?

 

Door meerderen van de genoemde nazi-ideologen werd reeds voor de wereldoorlog de poging ondernomen Hitler als het laatste lid van een Indo-Arische ketting van godkoningen en filosofen voor te stellen. Indiase godsdienststichters zoals “Boeddha” en Indiase heldengoden zoals “Krishna” werden tot voorbereidende denkers en voorlopers van de dictator gemaakt. Het hoogtepunt bereikt deze vergoddelijking in het werk van de Chileense diplomaat Miguel Serrano, die Hitler als de tiende avatar van de god Krishna/Vishnu vereert. De Duitse dictator is daarom voor Serrano onsterfelijk en zal opnieuw als “wreker” verschijnen om in een apocalyptische eindstrijd de wereldheerschappij van het Arische ras te vestigen.

 

Wat hebben de nazi-ideologen in India gezocht en gevonden?

 

  1. De klassieke Indiase cultuur was voor hen een reservaat waarin de kennis van een Arische oercultuur bewaard gebleven moest zijn.
  2. In de Indiase geschriften vonden zij de religieuze grondslagen voor een wrede religie  en een mensenverachtende ethiek van krijgslieden.
  3. In het Indiase kastensysteem zagen ze een maatschappelijk oriënteringsmodel dat zij met hun rassenideologie konden combineren.
  4. De uit India stammende instelling van een “wereldheerser” werd door hen met het “principe van de Führer” verbonden en op Hitler toegepast.
  5. Uit het tantrische systeem van India en Tibet ontwikkelden zij een eigen fascistische theorie over seksualiteit.

 

Welke bijzondere interesse toonden de nazi-ideologen voor de Bhagavadgita?

  1. Heinrich Himmler moet voortdurend een uitgave van de Bhagavadgita bij zich hebben gedragen. Hij vergeleek Hitler met de in dit leergedicht optredende god Krishna.
  2. De Bhagavadgita liet zich door de SS als een catechismus lezen. Veel van de genoemde nazi-ideologen verwezen daarom steeds weer naar dit Indiase krijgergeschrift.
  3. Rechtse extremisten beriepen zich na de oorlog op de filosofie van de Bhagavadgita  als legitimatie voor Auschwitz.

 

Welke bijzondere interesse hadden de nazi-ideologen voor het boeddhisme?

 

  1. Boeddha was voor hen een “Ariër” en het boeddhisme een “Arische leer”.
  2. Zij brachten het oorlogszuchtige en mannelijke aspect van het boeddhisme naar voren.
  3. Het boeddhisme is voor de nazi-ideologen een zuivere vorm van machtsdenken.
  4. Yogatechnieken en meditatiepraktijken van het boeddhisme worden als geestelijke discipline voor de “krijgslieden” aanbevolen.

 

Wat hebben de nazi-ideologen in Tibet gezocht en gevonden?

 

  1. De nazi-ideologen waren ervan overtuigd dat in Tibet resten van een Arisch oerras overgebleven waren en ze organiseerden een expeditie om die te ontdekken.
  2. Zij geloofden dat in lamaïstische geschriften en in Tibetaanse kloosters de kennis van de oude Ariërs bewaard was gebleven. De Tibetkenners van de “SS-Ahnenerbe” moesten deze kennis door vertalingen en tekstanalyses ontcijferen.
  3. De SS-Tibetkenners waren door het magische en occulte karakter van de lamaïstische cultuur gefascineerd. De echte occultisten onder de SS-ideologen geloofden zelfs dat ze in geestelijk contact met Tibetaanse lama’s stonden.
  4. De beide leiders van de SS-expeditie naar Tibet, Ernst Schäfer en Bruno Beger, voelden zich bijzonder aangetrokken door de morbide en oorlogszuchtige aspecten van het Tibetaanse boeddhisme.
  5. De Himalaya was een favoriet veroveringsdoel van het nazi-alpinisme.

 

Wat hebben de nazi-ideologen in Japan gezocht en gevonden?

 

  1. De krijgerfilosofie van de Japanse samurai (Bushido) fascineerde de SS. Himmler schreef het voorwoord voor een brochure over de samurai’s, waarvan 52.000 exemplaren onder de groep lijfwachten verdeeld werden.
  2. Verschillende thema’s uit de traditie van de samurai werden ook in de SS besproken.
  3. Duitse japanologen en Japanse germanisten maakten “theologische” vergelijkingen tussen het nationaal-socialistische “principe van de Führer” en het shintoïstische “Godkeizerdom”.
  4. De Duitse protagonisten van het zenboeddhisme, Eugen Herrigel en Karlfried Dürckheim probeerden de zenfilosofie en het nationaal-socialisme met elkaar te combineren.

 

Wat hebben de Kalachakra Tantra en de mythe van Shamballa met het nationaal-socialisme te maken?

 

  1. In de “SS-Ahnenerbe” was de Kalachakra Tantra een bijzonder onderzoeksthema.
  2. Het in de Kalachakra Tantra opgeschreven visioen van Shambala is tot een centrale mythologische voorstelling van het religieuze neonazisme geworden.
  3. Een groot deel van de in de Kalachakra Tantra behandelde thema’s (de cyclische wereldbeschouwing, de wereldheerschappij, de inzet van wonderwapens, seksueel-magische rituelen enz.) zijn centrale thema’s van het religieuze fascisme.
  4. De Kalachakra Tantra richt zich tegen de monotheïstische religies die alle drie een Semitische oorsprong hebben, en werd om deze reden door rechts-radicale, antisemitisch ingestelde kringen voor een racistische propaganda benut.
  5. De contacten van de XIVe Dalai Lama als de hoogste kalachakra-meester, met vertegenwoordigers van het religieuze fascisme en met voormalige SS-ers. 

 

Welke cultuurfilosofische thema’s worden in het boek aangesneden?

 

  1. Het nationaal-socialisme als “politieke religie”
  2. De poging tot het sacraliseren van de “Führer”, het “ras” en de “oorlog”
  3. De schepping van een nationaal-socialistische “goddelijke krijgsman” en het mythologiseren van de SS
  4. De tweede wereldoorlog en Auschwitz als cultureel stichtingsoffer voor een nazi-religie
  5. Het bedrieglijke fantasiebeeld van het religieuze neofascisme
  6. Een cultuurvergelijking van Aziatische godsdienstontwerpen met de nazi-wereldbeschouwing.

 

Waarom is het boek hoogst actueel?

 

  1. Het religieuze neonazisme dat aanknoopt bij de Indo-Arische godsdienstconstructie van de “SS-Ahnenerbe” en die verder ontwikkelt, verbreidt zich op internationaal niveau op schrikbarend grote schaal.
  2. De “cultuurimport” van oosterse religieuze systemen in het Westen is enorm toegenomen, zonder dat de mensonwaardige aspecten, de atavistische praktijken, de religieuze en politieke machtsvisioenen en de oorlogszuchtige geschiedenis daarvan kritisch onderzocht worden.
  3. Religieus fundamentalisme en fascistisch totalitarisme hebben veel parallellen en neigen ertoe zich met elkaar te verbinden. Hoogst actuele begrippen als “goddelijke krijgsman”, “Godsstaat” en “oorlog van de religies” zijn ook in het neonazisme oriënteringsmodellen. De inspiratiebronnen hiervoor stammen echter minder uit de “Semitische” religies (jodendom, christendom, islam) maar uit Aziatische geloofsinhouden.
  4. Van 11 tot 22 oktober werd in Graz/Stiermarken door de XIVe Dalai Lama een enorm Kalachakra Tantra-ritueel uitgevoerd dat in “Hitler-Boeddha-Krishna” uitvoerig ter discussie wordt gesteld.

 

Tot welk publiek richt zich het boek?

 

  1. Allen die in het “Hitlervraagstuk” en de geschiedenis van het “derde rijk” in de ruimste zin van het woord geïnteresseerd zijn, krijgen hier een nieuwe verklaring van het nationaal-socialisme, die op tot nu toe volledig over het hoofd gezien of nauwelijks opgemerkt feitenmateriaal gebaseerd is.
  2. Aan de andere kant worden alle lezers en lezeressen aangesproken die zich met het thema religies, strijd der culturen, fundamentalisme, religieuze terreur, “goddelijke krijgslieden” en oosterse spiritualiteit (lamaïsme, boeddhisme, tantrisme, zen enz.), cultuurfilosofie, politicologie, psychologie, esoterie, ideologiekritiek en cultuurwetenschappelijke thema’s bezighouden.

 

© Victor und Victoria Trimondi

 

 

 

 

© Copyright 2003 – Victor & Victoria Trimondi

The contents of this page are free for personal and non-commercial use,
provided this copyright notice is kept intact. All further rights, including
the rights of publication in any form, have to be obtained by written
permission from the authors.