TRIMONDI ONLINE MAGAZIN

Kritische und Kreative Kultur Debatte

 

 NEDERLANDS ARTIKEL | HOME | INHALT

 

 

 

Interview met Victor & Victoria Trimondi door Edi Goetschel voor het tijdschrift  YABYUM - november 1999


[Het interview is ook te vinden onder 
http://www.yabyum.ch/archiv/sze01201.htm. Daar is ook een discussie te vinden over "Den Schatten des Dalai Lama"]


GEGRONDE TWIJFEL


Het Tibetaanse Boeddhisme geldt in het Westen als voorbeeld van vreedzaamheid, Tantra als inherent 'heilige seks'.
Het boek 'Der Schatten des Dalai Lama' van Victor en Victoria Trimondi schetst een totaal ander beeld. Aan YABYUM geven ze een nadere uitleg van hun belangrijkste punten van kritiek: de militante machtspolitiek van de Dalai Lama, seksuele magie en verachting van vrouwen.


YABYUM: Uw kritische verhandeling over de Dalai Lama, het Tibetaanse Boeddhisme en de daaraan gelieerde politiek beslaat een dikke pil van meer dan 800 pagina's.
Wat was de aanleiding om zo breed en diep in deze problematiek te duiken?


Victor en Victoria Trimondi: Toen wij vijf jaar geleden begonnen aan  het onderzoek voor ons boek, hadden wij een positieve houding ten opzichte van het Tibetaanse Boeddhisme. Zoals veel mensen dachten we dat de Dalai Lama de sociaal-politieke en individuele waarden die ook  ons aan het hart liggen, moedig en met overtuiging naar voren brengt: vreedzaamheid, mededogen met alle lijdende wezens, het overwinnen van elke beperking naar klassen en rassen, ecologisch bewustzijn, vrijheid van het individu, te boven komen van het denken in vijandbeelden, gemeenschapszin, sociaal engagement, interreligieuze dialoog, interculturele ontmoeting, en nog veel meer zaken.


We voelden ons in het bijzonder aangetrokken door het Tantrisme, de eigenlijke kern van het Tibetaanse Boeddhisme. Hier leek eindelijk een religie te bestaan, die de gelijkberechtiging van de geslachten serieus nam en die Eros niet uit de sacrale ruimte verbande, maar hem juist in het centrum daarvan stelde.


Maar we waren niet slechts door de ideeëngeschiedenis met de Dalai Lama verbonden. Als uitgever heb ik boeken van hem gepubliceerd en verschillende symposia en grootschalige manifestaties voor hem georganiseerd. In 1982 bracht ik hem met een klein propellervliegtuig van Parijs naar de Frankfurter Buchmesse. Het vliegtuigje kwam in een storm terecht en zwaaide gevaarlijk heen en weer. Alle inzittenden,inclusief de Dalai Lama, trokken wit weg. Zulke uiterst gespannen momenten in het leven scheppen een band en een weliswaar losse maar echte vriendschap kwam tot stand.


We waren bijzonder gecharmeerd door de religieuze tolerantie van 'Zijne Heiligheid'. Nooit of te nimmer eiste de XIV-de Dalai Lama dat mensen de hun vertrouwde religie in de steek te laten en zich aan te sluiten bij het Boeddhisme. Integendeel, hij waarschuwde dringend niet van religie te wisselen en hij benadrukte steeds opnieuw dat het juist de plicht van ieder is om het geloof dat hij wil aannemen grondig te onderzoeken en het uiterst sceptisch en met een uiterst kritische geest te benaderen en pas daarna een beslissing te nemen.


En dat heeft u gedaan?


Precies dat hebben we gedaan! Met de bedoeling om in het Tibetaanse Boeddhisme een spirituele leer te ontdekken, die antwoord geeft voor de oplossing van onze wereldproblemen, hebben we ons bezig gehouden met de grondslagen van het Boeddhisme, de Tantrische teksten, de geschiedenis van het Tantrisme en de biografieën van de vroegste Tantristen, en daarnaast de geschiedenis van Tibet, van de Dalai Lama's en de politiek van de Tibetanen in Ballingschap.


Het resultaat was meer dan ontnuchterend en bracht ons tot een volledige herziening van onze visie tot dusver. In plaats van een vreedzame en tolerante cultuur, troffen we een krijgszuchtige en agressieve cultuur; waar we vrouwvriendelijkheid en gelijkwaardigheid van de geslachten verwachtten, maakten we kennis met een systeem dat de onderdrukking en uitbuiting van vrouwen met raffinement op de spits dreef.


Onderdrukking van andersdenkenden, despotisme, gebrek aan tolerantie, een grenzeloze machtsobsessie, demonisering en angst als politieke middelen, verachting van alles wat menselijk is - dit alles, waaraan we niet gedacht hadden, moesten we tot onze schrik ontdekken in de teksten, de rituelen en de geschiedenis van deze religie. Voor ons was de ontdekking van de schaduwzijden van het Tibetaanse Boeddhisme verbonden met een tijdelijke persoonlijke crisis - want we moesten afscheid nemen van een door ons tot dan toe positief gewaardeerde cultuur en van een hooggewaardeerd mens, een spiritueel voorbeeld en een persoonlijke vriend.


Hoe bent u bij uw onderzoek te werk gegaan?


Ondertussen is een omvangrijk bronnenmateriaal over het Tibetaanse Boeddhisme in vele Europese talen beschikbaar. Het merendeel van de hogere en hoogste Tantra's is wereldwijd door de meest gekwalificeerde Tibetologen vertaald en in veel gevallen door Engelstalige lama's geautoriseerd. In methodologisch opzicht hebben we ons niet beperkt tot een klassieke tekstkritiek. Dat was ook nooit onze bedoeling, omdat wij een cultuurkritische en dieptepsychologisch werk en niet een Tibetologische verhandeling tot stand wilden brengen. Omdat het in het geval van het Tibetaans Boeddhisme gaat om een mythologisch systeem - wat niet algemeen bekend is - is het niet toereikend om dit systeem  simpelweg te beschrijven.


We hebben ons laten beïnvloeden door een principe van de moderne etnologie. Om een mythe te begrijpen, om zijn 'logica' te vatten - en daarover waren etnologen van de meest verschillende richtingen het met elkaar eens - men moet in de 'bankring' van de mythe treden, maar zonder zelf in de 'ban' te komen.
Pas dan kan de zingeving van een mythe vertaald worden in een wetenschappelijke taal.


U stelt in uw boek verschillende onderwerpsgebieden ter discussie, de militante Shamballa-mythe bijvoorbeeld die tot doel heeft een Boeddhocratisering van de wereld of de onderdrukking en het misbruik van vrouwen in het Tibetaanse boeddhisme. Welke betekenis heeft het onderwerp Tantra?


Het Tantrisme behandelt een zeer gevoelig onderwerp, namelijk dat van de rol van de geslachten in de sacrale ruimte. In alle patriarchale religies werd de vrouw al eeuwen geleden verbannen uit de mysteries. De centrale maatschappelijke posities - als 'priesters' of als 'politici' - werden principieel ingenomen door een mannelijk wezen. Ook de historische Boeddha en zijn oorspronkelijke leer vertoonden sterk androcentrische trekken. Het traditionele Tantrisme in India en Tibet lijkt op het eerste gezicht anders te zijn. Maar als we van geval tot geval de aangeraden praktijken en de symbolische verwijzingen bestuderen, dan zien we al snel dat het in de meeste gevallen gaat om een van de meest geraffineerde methoden om de polariteit van de geslachten uit te buiten, in het bijzonder de vrouw en de vrouwelijke energie, de gynergie.


De traditionele Tantra's zijn helemaal geen zinnelijk-spirituele technieken, gericht op het cultiveren van de Eros van de geslachten en het tot stand brengen van de gelijkwaardige heelheid van beide partners, zoals dat graag en vaak gezien wordt door het westerse Neo-Tantrisme. De praktijken hebben daarentegen tot inhoud het seksueel-magisch activeren van symbolische gebieden met een transpersoonlijke, d.w.z. theogonische en kosmogonische inhoud. Tantra en macht - persoonlijk, spiritueel en politiek - zijn daarom in al de ons bekende teksten synoniem aan elkaar. In ons boek hebben we in detail beschreven, hoe in de Kalachakra-Tantra , de 'koning van de Tantra's', de verbinding tot stand komt tussen Tantrische seksuele magie en politiek, tussen een mythe - Shamballa - en een Boeddhocratische eindtijdvisie. Of men nu geloof hecht aan de werkzaamheid van een dergelijke praktijk als de Kalachakra-Tantra of niet - ze is in ieder geval verwerpelijk, omdat zij krijgszuchtige, gruwelijke, vrouwenverachtende en despotische trekken vertoont.


Door critici van uw boek, wordt naar voren gebracht dat de Tantrische teksten en afbeeldingen een symbolische betekenis zouden hebben en dat het een misverstand zou zijn om daarin reden te zien om deze op enigerlei wijze in de praktijk te brengen. Daarnaast zou dat betekenen dat de voorstellingen en oefeningen van de New-Age Tantra klinkklare onzin zouden zijn. Waarop is uw houding in deze gebaseerd?


De boeddhistische discussie over de 'slechts symbolische' of 'reële' betekenis van de Tantrateksten is zou oud als de teksten zelf. De discussie is ook heel begrijpelijk, want bij het uitoefenen van de Vajrayana moeten bijna alle ethische voorschriften worden geschonden van de Vinaya Pitaka, de door Boeddha uitgevaardigde orderegels. Tot de geëiste overtredingen van de regels hoort niet slechts de seksuele omgang, die voor een Boeddhistische monnik principieel verboden is. De Tantra's eisen ook andere, zeer agressieve daden, tot en met eventueel een moord.


De discussie 'symbolisch' versus 'reëel' is ook binnen de Tibetaanse traditie gevoerd. Tussen de regels door gaan bijna alle belangrijke lama's uit van een werkelijke uitvoering van de seksuele praktijken, los van het feit of zij deze nu zelf hebben uitgevoerd of niet. Tsongkhapa, de oprichter van de orde van de geelmutsen, heeft bijvoorbeeld een zeer deugdzaam image, en men zegt dat hij nooit met een reële seksuele partner, een Mudra, gepraktiseerd heeft. Of dit nu juist is of niet, Tsongkhapa is in ieder geval de auteur van belangrijke Tantrische - seksueelmagische - commentaren en zijn uitspraken in het symbolendebat is ondubbelzinnig: 'Een vrouwelijke partner geldt als grondslag voor de voleinding van de bevrijding.'


Wie zich intensief met deze zaak bezig houdt, zal er heel snel achterkomen, dat in de hoogste Tantra's reële vrouwen de voorkeur genieten of zelfs worden voorgeschreven. Dit volgt ook uit het doel en de innerlijke logica van de Tantrateksten, zoals we dit in ons boek uitvoerig hebben aangetoond.


Hoe is dan te verklaren dat daarover een verhit debat plaatsvindt?


Vooral twee misverstanden hebben bijgedragen tot de opvatting van een puur symbolische betekenis van de Tantra's:

 

1. De Lama’s in ballingschap, aangevoerd door de XIV-de Dalai Lama, zijn hier in het Westen demonstratief opgetreden als 'celibataire monniken'. Als men daaronder verstaat het afzien van het huwelijk, dan geldt dit slechts voor de Gelugpa-orde, de geelmutsen, echter niet voor de drie andere scholen, Kagy-pa, Sakya-pa en Nyingma-pa. In het Tantrische ritueel praktiseren echter ook de Gelugpa's met reële Mudras. Miranda Shaw citeert moderne geelmutsen-meesters zoals Lama Yeshe, Geshe Kelsang Gyatso en Geshe Dhargyey, die met reële vrouwen rituelen opgevoerd zouden hebben. June Campbell doet verslag van haar Tantrische verhouding met de zeer beroemde Kagy-pa meester Kalu Rinpoche. Beide vrouwen zijn tibetoloog en kennen als voormalige praktiserende Boeddhisten het systeem van binnenuit.


2. Van fundamentele betekenis voor het misverstand dat de Tantrische teksten een slechts symbolische betekenis zouden hebben, was het boek van de Duitse lama Anagarika Govinda 'Grondslagen van de Tibetaanse mystiek'. Met deze bestseller zijn talloze mensen uit het Westen voor het eerst serieus in aanraking gekomen met het Tibetaanse Boeddhisme. Govinda is een fanatieke aanhanger van de 'stelling van de puur symbolische betekenis' - Dakini als zuivere ziel - en hij probeert met grote ijver het Tibetaanse Boeddhisme van elke 'seksuele smet' te zuiveren.


Welke gevolgen hebben uw onderzoek voor de New-Age Tantra?


In ons boek hebben we heel duidelijk naar voren gebracht dat we principieel uiterst positief staan ten opzicht van de sacralisering van de seksualiteit, zoals het Tantrisme het algemeen wil. De voorwaarde is echter dat beide partners elkaar voor, tijdens en na het Tantrisch ritueel erkennen als gelijkwaardige tegenpolen. Dit is in geen enkel ons bekend geval gegarandeerd, wanneer we de symbolische wereld van de verschillende traditionele Tantrateksten - zowel Boeddhistische als Hindoeïstische - onderzoeken. De scholen kunnen volgens ons worden onderverdeeld in androcentrische en gynocentrische strekkingen. Alle Tibetaanse scholen zijn androcentrisch, zelfs als men volgend de Boeddhistische 'Candamaharosana Tantra' praktiseert, een tekst die steeds weer vanwege zijn vrouwvriendelijkheid wordt geciteerd.


De zogenaamde 'New-Age Tantra' poogt met woorden de gelijkwaardigheid van de partners te cultiveren en overeind te houden. Ze moeten echter voorzichtig zijn dat ze niet het slachtoffer worden van een verkeerd geïnterpreteerde symbolische wereld en symbolische praktijk en daardoor onbewust traditionele onderdrukkings-mechanismen toe te passen. Zo zijn gebruikte rituele voorwerpen, mudras - handgebaren - of mantras vaak de middelen van een geraffineerd systeem van energieuitbuiting. Het naïef en onnadenkend overnemen daarvan door 'westerse' Tantra-scholen kan de traditionele ontwikkelingen in verkeerde richting herhalen en bevestigen. Daarbij komt dat de New-Age Tantra zich al te zeer concentreert op het lichamelijk-seksuele veld - lust en zinnelijkheid - en het intellectueelmetafysische aspect van het Tantrisme op naïeve wijze verwaarloost. Dit aspect maakt echter van begin af aan deel uit van de Tantrische weg. Daarbij gaat het echter om micro-macrokosmische dimensies die pas begrepen kunnen worden als men bekend is met een 'mystieke wetenschap'. Het lijkt ons ook beperkt en betreurenswaardig dat het vlak van de ziel tekort wordt gedaan in zowel de New-Age Tantra als de traditionele Tantra. Ook op het psychische vlak is - volgens ons - een 'mystieke vereniging' van beide partners belangrijk en wenselijk.

 
De 'unio mystica' van de zielen is een gebeurtenis waardoor beide partners hun schoonheid en kracht kunnen ervaren. De ontmoeting van zielen behoort net zo gecultiveerd, geleerd en overgedragen worden als de metafysische ontmoeting van man en vrouw.


Het gaat verder om de ethische en humane rol in de maatschappij, die een 'verlicht' paar heeft te vervullen. Evenals de traditionele Tantra een metasociale dimensie kan omvatten, waarvan we in ons boek de problematische aspecten hebben laten zien, zo dient ook het 'moderne Tantrisme' sociaal-ethische en  humanistische verantwoording op zich te nemen, in plaats van slechts individuele piekervaringen mogelijk te maken. Spiritualiteit roept verplichtingen op, ze is een geschenk, dat in dienst staat van de harmonie van evenwicht in de maatschappij. Misschien is het tijd dat het 'Neo-Tantrisme' zijn egocentrische eenzijdigheid verlaat en zich in dienst van een culturele vernieuwing stelt.


Misschien is de New-Age Tantra - voorzichtig uitgedrukt - de voorvorm van een nieuwe religieuze cultuur die de polariteit van de geslachten centraal stelt. Volgens ons zijn echter nog zeer veel extra componenten nodig voordat zich uit dit  'Milieu' een echt  'cultuurontwerp' kan ontstaan.


Wat zijn de consequenties voor het Boeddhisme als filosofie of religie, dat voor veel mensen in het Westen tegenwoordig als de enige of op zijn minst als uiterst aantrekkelijke spirituele leer en levenswijze schijnt te zijn?


Het antwoord op deze vraag zou vele bladzijden lang zijn, want het antwoord is uiterst complex, vooral omdat het ons niet daarom gaat om het hele systeem ter discussie te stellen, zoals bijvoorbeeld Colin Goldner dat in zijn boek 'Dalai Lama - case van een Godkoning' zeer beslist doet.


De eerste voorwaarde voor een verandering is altijd een kritisch en open bewustzijn. In dit verband citeren we graag de volgende uitspraak van de historische Boeddha: 'Je twijfels zijn gerechtvaardigd, zoon van Kesa. Luister naar mijn raad: geloof niets van horen zeggen, geloof niet in overleveringen (!) want ze zijn oud en door vele generaties tot ons gekomen; geloof niets op grond van geruchten of omdat de mensen veel ergens over praten; geloof niet slechts omdat men je de geschreven getuigenis van de een of andere oude wijze voorlegt; geloof nooit iets omdat het vermoedelijk juist is of omdat jarenlange gewoonte je ertoe verleidt om het voor waar te houden; geloof niets op grond van slechts de autoriteit van je leraar of een geestelijke. Wat na het opdoen van eigen ervaring en van onderzoek overeenstemt met je verstand en wat in dienst staat van jouw welbevinden en dat van alle andere wezens, neem dat aan als waarheid en leef ernaar.' (Anguttara Nikaya I, 174)


Tot deze door Boeddha gelegitimeerde en geëiste kritiek behoort op de eerste plaats een kritische beschouwing van de mythes en de traditionele dogma's met de vraag of deze tegenwoordig nog verenigbaar zijn met de huidige eisen op het gebied van mensenrechten. In dit verband is verder noodzakelijk een kritische studie van de geschiedenis van het Boeddhisme, zijn historische verhouding tot de staat, tot oorlog, tot het vraagstuk van de geslachten, enzovoort. Geen enkele religie mag zich aan het begin van het komende millennium onttrekken aan zo'n onderzoek van haar geschiedenis. Even noodzakelijk is het kritische onderzoek naar het heden, d.w.z. concreet de discussie met de Tibetaanse leraren. Pas nadat een dergelijke kritiek op eerlijke wijze heeft plaatsgevonden, kan men het Tibetaanse Boeddhisme als zijn eigen religie aanvaarden of niet.

 

Welke gevolgtrekkingen zijn te maken voor het politieke engagement voor een vrij Tibet?


Noch de Tibetaanse regering in ballingschap, noch de Dalai Lama vragen om een politiek engagement voor een 'vrij' Tibet. Volgens de Straatsburgse Verklaring van 1989 gaat het uitsluitend om de 'Autonomie' van Tibet onder algemeen bestuur van China naar het model van Hongkong. We kunnen niet beoordelen of een dergelijk model werkelijk ernstig gemeend wordt door de Tibetanen in ballingschap. Hoe dan ook loopt de sympathisantenscène nog steeds met de leuze 'Free Tibet' rond en lijkt zich verder weinig te interesseren voor het fundamentele volkenrechtelijke verschil tussen 'autonomie' en 'soevereiniteit'.

 

We willen de Tibetanen niet iets aanpraten in politiek opzicht. Principieel zijn we echter tegen elke overbenadrukking van de nationale staat, zoals dat tegenwoordig overal in de mode is. De Tibetanen moeten zelf eerlijk beoordelen of zij van Chinese zijde zo sterkt worden onderdrukt dat alleen een losmaking van China de enige weg naar de vrijheid is. In ieder geval zou het goed zijn wanneer zich onder hen mensen zouden verzamelen die zich consequent uit de structuren van het politieke Lamaïsme emanciperen en die zelf hun weg zoeken ten nutte van hun volk. Mannen en vrouwen uit het westen zouden hen daarbij behulpzaam dienen te zijn.


Interview: Edi Goetschel

 

 

 

© Copyright 2003 – Victor & Victoria Trimondi